In de serie Zomerconcerten verzorgt de organist Gerben Budding op donderdag 30 juli de bespeling van het De Rijckere-orgel in de Oostkerk te Middelburg.
Het concert begint om 12.30 uur.
Toegang vrij, collecte bij de uitgang.
Gerben Budding is hoofdorganist van de Grote Kerk te Gorinchem, waar hij het monumentale Bätz-Witte orgel bespeelt. Ook is hij een van de vaste organisten tijdens de Vesperdiensten in de Domkerk te Utrecht. Hij geeft orgelconcerten in binnen- en buitenland, en is actief als continuospeler en begeleider.
Hij won de eerste prijs op het Second International Organ Competition ‘Agati-Tronci’ in San Marcello Pistoiese (Pistoia, Italië; 16e-/17e-eeuws repertoire), de tweede prijs op het Internationaal Schnitger Concours in Alkmaar (Bach), de Litaize-prijs op het Internationale César Franck Concours te Haarlem en de Publieksprijs op het improvisatieconcours ‘Organ without borders’ in Luxemburg.
Aan het Utrechts Conservatorium studeerde hij de hoofdvakken orgel met kerkmuziek en improvisatie bij Reitze Smits en koordirectie bij Rob Vermeulen. Klavecimbellessen kreeg hij van Siebe Henstra. In 2009 rondde hij cum laude zijn Bacheloropleidingen af en in 2011 eveneens cum laude zijn Masteropleidingen.
Hij volgde privélessen bij de Franse organist Louis Robilliard en bij Petra Veenswijk (beide Franck), masterclasses improvisatie bij de befaamde improvisator Thierry Escaich en bij Prof. Rudolf Lutz en een masterclass literatuur (Bach) bij Martin Haselböck.
Driemaal nam hij deel aan de Kurt Thomas Cursus voor orkestdirectie. Als dirigent is hij verbonden aan orkest Intermezzo te Gouda, verschillende oratoriumkoren en het koor van de Grote Kerk Gorinchem. Van zijn orgelspel verschenen inmiddels vier CD’s met o.a. werk van Bastiaans en Litaize.
PROGRAMMA | ||
Uit: Grand Livre ‘d Orgue | Louis Couperin | |
– Prelude en ré mineur | ||
– Fantaisie en ré mineur | ||
Uit: Suite du second ton pour le Magnificat | Jean Adam Guillain | |
– Tierce en Taille | ||
– Basse de Trompette | ||
– Trio de Flûtes | ||
‘Herzlich lieb hab’ ich dich, o Herr’ | Johann Ludwig Krebs | |
Praeludium und Fuge in C-dur, BWV 547 | Johann Sebastian Bach |