Het laatste concert van de korte serie avondconcerten in de Oostkerk wordt op woensdag 27 juli gegeven door de Parijse organist Jean-Luc Ho. Zijn programma bestaat uit een integrale uitvoering van de Messe pour les Principales Festes de l’Année van Nicolas de Grigny.
Het concert begint om 20.00 uur. De toegangsprijs is € 10, >18 € 5. Kaartverkoop aan de deur vanaf 19.30 uur.

Jean-Luc Ho (*1984) is een veelzijdige klavierspeler die zich richt op het repertoire uit de 17e en 18e eeuw. Hij geeft concerten op klavecimbel, orgel, klavechord of in ensembleverband. Zijn talrijke samenwerkingen met instrumentenbouwers, onderzoekers, musici en ambachtslieden inspireren hem in zijn werk.
Zijn eerste solo-opnames van Bach, Couperin, Sweelinck en Byrd hebben vele onderscheidingen gewonnen (France Musique choice, Diapason découverte, 5 diapasons, Choc Classica). Als waarnemend organist van St Germain des Prés in Parijs van 2006 tot 2016 was hij één van de oprichters van l’Art de la Fugue, waar hij werkte aan de restauratie, installatie en verbetering van een historisch Castiliaans orgel uit 1768 in de kerk van Fresnes. Hij en Guillaume Prieur werden begin 2022 aangesteld als assistent-organisten van het historische orgel van de kapittelkerk in Dole. Het artistiek leiderschap van het Festival Bach en Combrailles (2017-2019) en in de abdij van Royaumont (2018-2021) bood hem een ideaal kader voor projecten rondom de muziek van Couperin en Bach.
Hij was klavecimbelleraar aan de muziekschool Franconville van 2004 tot 2011. Hij gaf workshops en masterclasses voor Embarquement Immédiat, de Fondation Royaumont, de klavieracademie van Dieppe, Clavecin en France. Ook is hij al meer dan 10 jaar betrokken bij het Musée de la Musique – Philharmonie de Paris. In 2021 volgde hij Émile Jobin op als hoogleraar historische stemmingen aan het Conservatorium van Parijs CNSMDP. Jean-Luc Ho werkt samen met de ensembles Les Meslanges, La Guilde des Mercenaires en Le Petit Trianon.
PROGRAMMA
Nicolas de Grigny (1672-1703)
‘MESSE POUR LES PRINCIPALES FESTES DE L’ANNÉE‘ (Livre d’Orgue, Parijs, 1699)
KYRIE
Premier Kyrie en taille, à 5
Fugue à 5, qui renferme le chant du Kyrie
Cromorne en taille à 2 parties
Trio en dialogue
Dialogue sur les Grands Jeux
GLORIA
Et in terra Pax à 5
Fugue
Duo
Récit de Tierce en taille
Basse de Trompette ou de Cromorne
Dialogue
Fugue à 5
Trio
Dialogue
Offertoire sur les Grands Jeux
SANCTUS
Premier Sanctus en taille à 5
Fugue
Récit de Tierce pour le Benedictus
Dialogue de Flûtes pour l’Elévation
AGNUS DEI
Premier Agnus
Dialogue
Dialogue à 2 Tailles de Cromorne et 2 Dessus de Cornet pour la Communion
Plein-jeu
Nicolas de Grigny is geboren in Reims. Hij studeerde orgel in Parijs bij Nicolas Lebègue en keerde in 1697 terug naar Reims om er organist van de kathedraal te worden.
De enige gepubliceerde muziek van Nicolas de Grigny, die reeds op 31-jarige leeftijd overleed, is een omvangrijk boek met orgelwerken, het Premier livre d’orgue (Parijs, 1699; tweede editie 1711). De tweede editie was de enige die bekend was tot 1949, toen de eerdere druk werd ontdekt – een enkel bewaard exemplaar in de Nationale Bibliotheek van Frankrijk. Dit werd gepubliceerd door Christophe Ballard met gebruikmaking van de originele platen die in 1699 waren gemaakt door Claude Roussel, de graveur ervan. De eerste moderne editie, bezorgd door Alexandre Guilmant in 1904, was gebaseerd op de versie uit 1711.
In tegenstelling tot veel andere Franse orgelboeken uit die tijd bevat Grigny’s publicatie geen voorwoord. De verzameling bestaat uit twee delen: de eerste is een miszetting, de tweede bevat zettingen van vijf hymnen voor de belangrijkste feesten van het kerkelijk jaar.
De beperkte omvang van zijn muzikale nalatenschap verhindert niet dat Nicolas de Grigny algemeen wordt beschouwd als de grootste meester van het Franse barokorgel. Hij stierf jong zonder dat hij alles had kunnen nalaten waar zijn genie op had gehoopt – maar veel van zijn collega’s lieten nauwelijks meer werk na dan hij. Hij toont daarin, niet zonder een zekere soberheid, een kennis van contrapunt, een gevoel van harmonie en een diepte van religieuze inspiratie waarmee hij de grootste van zijn tijdgenoten, François Couperin en Louis Marchand, evenaarde.
Johann Sebastian Bach was een bewonderaar van Nicolas de Grigny: hij ontdekte op jeugdige leeftijd zijn muziek tijdens zijn verblijf in Lüneburg en kopieerde dit boek in 1712 volledig met de hand. Het zou hem beïnvloeden, net als Buxtehude en Frescobaldi, bij het werken aan zijn orgelœvre. Johann Gottfried Walther kopieerde ook het hele orgelboek.
(Bron: Wikipedia)
